Hoe overleef ik een Masterdag?

29 november 2017 door Madelon Brand
Studie vaardigheden

Het is weer de tijd van het jaar dat de bushokjes volhangen met lachende mensen met studieboeken in de hand. Je raadt het al; de masterdagen zijn begonnen.

Elk jaar hangen er in de herfst en in het voorjaar dergelijke posters in die hokjes, door alle grote steden, met “pakkende” slogans en “geinige” foto’s. De Universiteit van Amsterdam gaat bijvoorbeeld graag voor zwart-wit foto’s en Universiteit Leiden kiest graag voor een soort selfie.

Als je dan die posters weer hebt zien hangen, het vergeten bent in je agenda te zetten, maar je dan toch last minute opgeeft voor zo’n Masterdag, begint het natuurlijk pas echt.

Of je gênante moeder of vader toch nog weer eens mee wilt, want het is zo “gezellig”, of dat je alleen gaat, een ding is haast zeker; je zult overspoeld worden met informatie.

Elke universiteit geeft dan ook een bijeenkomst met een titel als ‘Hoe kies jij je master’ of ‘Masterkeuze hulp’, maar eigenlijk zijn die voorlichtingen toch voornamelijk gericht op de universiteit in kwestie (naar een dergelijke voorlichtingsronde gaan kan altijd helpen hoor!).

Moet jij aankomend jaar aan een master beginnen en weet je écht even niet meer hoe je nóg een Masterdag moet overleven?

Wij hebben een aantal handige tips voor je:

  1. Oriënteer: kijk wanneer alle opendagen zijn, zet ze in je agenda, en kijk toch ook nog even naar een universiteit in die ene stad waar je echt nooit zou willen wonen. Wie weet is daar je droommaster en valt het heen- en weer reizen je eigenlijk best wel mee.
  2. Voorbereiding: maak een lijstje van vragen die je bij elke voorlichting graag beantwoord ziet. Wie weet komen de vragen al aan bod in de presentatie, of moet je ze toch nog eventjes stellen. Voorbeelden van dit soort vragen zouden kunnen zijn: “Hoeveel contacturen zijn er per week?”, “Wat is het banenperspectief?”, “Kun je ook stagelopen vanuit de master?” of “Wat onderscheidt deze master van soortgelijke masters aan andere universiteiten?”.
  3. De dag zelf: Zorg dat je op tijd bent! Ga lekker vooraan zitten (is echt niet gek!) en laat je inspireren. Neem alles in je op, zet de antwoorden die je krijgt op papier, bedenk nieuwe vragen en praat met de docenten. Onthoud: het is, en blijft, een verkooppraatje. Natuurlijk kan dit erg nuttig zijn, maar houd dit wel in gedachten. Natuurlijk is het ook altijd fijn om even een kopje gratis koffie te drinken en een gratis pen op te halen.
  4. De week erna: Denk terug aan de voorlichtingspresentaties. Wat vond je inspirerend? Waar zou je toch nog wat meer over willen weten? Kijk nog eens goed op de websites van de masters, want wie weet vind je daar nog extra informatie. Houd goed in de gaten wat de toelatingseisen zijn, en wanneer de deadline voor aanmelding is. Houdt je vooral niet in, maar contact de faculteit met vragen die je naderhand nog hebt. Dit kan alleen maar in je voordeel werken!


Uiteindelijk zijn er ontzettend veel universiteiten waar je in Nederland uit kan kiezen, en waar ook nog eens heel veel verschillende master worden aangeboden. Nadat je bij alle masterdagen bent geweest kun je voor jezelf lijstjes gaan maken met plus- en minpunten. Mocht je er hierna nog steeds niet uit zijn, ga dan lekker in de lente weer naar de masterdagen. Alle universiteiten openen dan weer de deuren voor toekomstige masterstudenten.

Succes!